Biologische typologie zoete waterbodems (TYPOSED)
Het eerste grootschalige project in Nederland dat zich richtte op onderzoek aan zoetwaternematoden. Duidelijk een project waarbij nog een aantal basale zaken onduidelijk waren, zoals monstername en verwerking. Doel van het project was het presenteren van normaal- of referentiewaarden voor biologische parameters voor relatief schone waterbodems. Naast nematoden werden ook muggenlarven en oligochaeten bemonsterd en werden bioassays uitgevoerd. De bemonstering vond om praktische redenen in twee rondes plaats: 5 in het voorjaar en 10 in het najaar. Op basis van de ervaringen van dit project, werden de bemonstering en analyses aangepast.Hierdoor konden de resultaten niet met later onderzoek worden vergeleken. De Monhysteridae waren nog ingeschaald op 1 (nu op 2). Het onderzoek leverde wel een beschrijvend overzicht van de nematodenfauna in de bemonsterde locaties en de wetenschap dat de nematodenfauna tussen locaties sterk kan verschillen.
[button link=”http://www.lios.nl/Biologische-typologie-zoete-waterbodems.” color=”green” size=”small” target=”_self” animation_type=”0″ animation_direction=”down” animation_speed=””]Bekijk project[/button]
[separator top=”20″ style=”single”]
Proefsanering meetstation 1, NAM, Schoonebeek
Een consortium, dat bestond uit IWACO B.V. (penvoerder), NAM B.V. (eindgebruiker), LUW (kennisinstituut) en DLO-IBN (kennisinstituut), bundelden in 1995 de krachten en kennis om onderzoek te verrichten naar de afbraak van minerale olieverontreinigingen in grond. De werkzaamheden werden uitgevoerd in een in situ landfarm, met als doel de kwalitatieve relatie tussen biologische afbraaksnelheid en ecologisch herstel te bepalen bij verschillende praktijkomstandigheden. Op een proeflocatie werden hiertoe 9 meetvelden en 3 blanco’s aangebracht, waar gedurende circa 3 jaar volgens een intensief meetprogramma metingen werden verricht. Voor de uitvoering van het project werd gekozen voor een locatie van de NAM. Het betrof de locatie Meetstation 1 te Schoonebeek. De grond op de locatie was – voordat het project in uitvoering ging – verontreinigd met minerale olie in concentraties variërend in de orde van grootte van 500 mg/kg ds tot bijna 10.000 mg/kg ds.
[button link=”http://www.lios.nl/proefsanering-meetstation-1,-nam-schoonebeek” color=”green” size=”small” target=”_self” animation_type=”0″ animation_direction=”down” animation_speed=””]Bekijk project[/button]
[separator top=”20″ style=”single”]
Veranderingen in de nematodensamenstelling van een estuariene nematodengemeenschap na een afname van organische vervuiling
De lozingen van het veenkoloniaal afvalwater op de Dollard via de Westerwoldsche Aa veroorzaakte problemen in de zuurstofhuishouding van de Dollard. Als gevolg van deze lozingen was in het zuidoosten van de Dollard een gebied ontstaan met een sterk verarmde bodemfauna. Omdat het saneringsproces van de afvalproductie door de veenkoloniale industrieën stapsgewijs verliep, werd ingespeeld op de veranderingen in de omvang van de lozingen op de Dollard als gevolg daarvan. Het evaluatie onderzoek werd daardoor gebaseerd op waarnemingen verzameld in de jaren 1978-1980 (sterk vervuild), 1985 (matig vervuild) en 1993 (vrijwel schoon). Het onderzoek aan de nematoden werd in de zuidoostelijke Dollard uitgevoerd op drie monsterstations op verschillende afstand van de spuisluis.
[button link=”http://www.lios.nl/Veranderingen-in-de-nematodensamenstelling-van-een-estuariene-nematodengemeenschap-na-afname-van-organische-vervuiling.” color=”green” size=”small” target=”_self” animation_type=”0″ animation_direction=”down” animation_speed=””]Bekijk project[/button]
[separator top=”20″ style=”single”]
Ecologische risico beoordeling op de locatie Kollum Chemie in Oudwoude
Op de locatie Kollum Chemie in Oudwoude heeft een pesticidenfabriek gestaan waardoor de bodem ernstig werd verontreinigd met organochloorverbindingen (OCB’s). Het fabrieksterrein en de omringende percelen werden door ontgraving gesaneerd. Voor een randgebied, bestaande uit een stuk bos en weiland, werden alternatieve saneringsopties onderzocht die rekening hielden met hun landschappelijke waarden. Na inventarisatie van de mogelijkheden werd een extensieve variant en een landinrichtingsoptie gekozen die mede werd gebaseerd op acceptabele humane, verspreidings- en ecologische risico’s. De ecologische risico’s werden onderbouwd door middel van het uitvoeren van een ecologische veldinventarisatie, die bestond uit een inventarisatie van de wormenpopulatie, bioaccumulatie in wormen, doodvergiftigingsrisico’s, nematodenfauna, weekdieren, geleedpotigen (insecten en spinachtigen) en nitrificatie.
[button link=”http://www.lios.nl/Ecologische-risico-inschatting-met-nematoden-van-een-voormalig-pesticidenfabrieksterrein-bij-Kollum-(Friesland).” color=”green” size=”small” target=”_self” animation_type=”0″ animation_direction=”down” animation_speed=””]Bekijk project[/button]
[separator top=”20″ style=”single”]
Strategie voor het bemonsteren van zoetwaternematoden
Dit project richtte zich op de ontwikkeling van een standaard voor de monstername en verwerking van zoetwaternematoden. Er werden sedimentmonsters genomen met de Ekman-Birge happer en de Beeker sampler in de Oostvaardersplassen en het Drontermeer (diep en ondiep). De helft van de monsters werd in het veld gefixeerd met formaline. De niet gefixeerde monsters werden via de Oostenbrinktrechter en wattenfilter geëxtraheerd; de gefixeerde monsters via Oostenbrinktrechter en gecentrifugeerd in ludox.
[button link=”http://www.lios.nl/Strategie-voor-het-bemonsteren-van-zoetwaternematoden.” color=”green” size=”small” target=”_self” animation_type=”0″ animation_direction=”down” animation_speed=””]Bekijk project[/button]
[separator top=”20″ style=”single”]
Proefsanering Nieuwe Merwede en Spijkerboor (Biesbosch)
Dit meerjarenproject richtte zich op het volgen van de biologische veranderingen in het sediment nadat een sanering was uitgevoerd. Van de nematodenanalyses zijn afzonderlijke rapporten verschenen. Van het totale project is een artikel verschenen.
[button link=”http://www.lios.nl/Proefsanering-Nieuwe-Merwede-en-Spijkerboor-(Biesbosch).” color=”green” size=”small” target=”_self” animation_type=”0″ animation_direction=”down” animation_speed=””]Bekijk project[/button]
[separator top=”20″ style=”single”]
Risicobeoordeling van bodemverontreiniging met behulp van een TRIADE benadering met chemische analyses, bioassays en biologische veldinventarisaties
Binnen dit project werden de ecologische effecten en risico’s van bodemverontreiniging bepaald met behulp van een set parameters in een TRIADE benadering. Deze benadering bestond uit chemische analyses (standaard analyses en oliekarakterisatie), bioassays (Microtox, chronische bioassays met sla en regenwormen, substraatconsumptie in de bait lamina test, ecologisch herstel in mesocosms), en veldinventarisaties (microbiële groeisnelheid, microbiële biomassa, bodemmicroarthropoden, nematoden). De ontwikkelde TRIADE is geschikt voor een breed scala aan bodemgebruikstypen en verontreinigen en kan een goede basis vormen voor locatiespecifieke ecologische risicobeoordeling. Het project werd mogelijk gemaakt met financiële steun van NOBIS.
[button link=”http://www.lios.nl/Risicobeoordeling-van-bodemverontreiniging-met-behulp-van-een-TRIADE-benadering-met-chemische-analyses,-bioassays-en-biologische-veldinventarisaties.” color=”green” size=”small” target=”_self” animation_type=”0″ animation_direction=”down” animation_speed=””]Bekijk project[/button]
[separator top=”20″ style=”single”]
Analyse Nematoden Bestand
Voor het interpreteren en beoordelen van resultaten van nematodenanalyses uit verontreinigde bodems werd een referentiesysteem ontwikkeld voor het interpreteren en beoordelen van verontreinigde bodems om zo een betere en objectievere beoordeling mogelijk te maken van de ecologische risico’s. Het project werd uitgevoerd door een samenwerking tussen Bioclear B.V., Royal Haskoning, RIVM, Wageningen Universiteit, Bedrijfslaboratorium voor Grond- en Gewasonderzoek, en RIZA. Het project werd mede gefinancierd door SKB.
[button link=”http://www.lios.nl/Analyse-Nematoden-Bestand.” color=”green” size=”small” target=”_self” animation_type=”0″ animation_direction=”down” animation_speed=””]Bekijk project[/button]
[separator top=”20″ style=”single”]
Validatie referentiebeelden nematoden: nematoden als instrument voor het beoordelen van waterbodems
In een bureaustudie werd op basis van de verzamelde gegevens uit eerdere projecten aangegeven hoe de ecologische kwaliteit van waterbodems met nematoden beoordeeld kunnen worden. De studie had tot doel om inzicht te krijgen in meetbare effecten van nematodenpopulaties die optreden als waterbodems verstoord worden. Deze verstoring kunnen zowel fysisch als chemisch zijn. Het is de bedoeling dat de beschreven beoordelingsmethode breed toegepast gaat worden bij de ecologische beoordeling van waterbodems in sanerings- en herinrichtingprojecten. Bij de studie zijn alleen die projecten betrokken waarvan de monstername is gedaan volgens het voorschrift van RIZA.
[button link=”http://www.lios.nl/Validatie-referentiebeelden-zoetwaternematoden.” color=”green” size=”small” target=”_self” animation_type=”0″ animation_direction=”down” animation_speed=””]Bekijk project[/button]
[separator top=”20″ style=”single”]
Inzet van biologische parameters bij de prioritering van bodemsanering: de beleidsmatige plus
Binnen dit demonstratieproject werd een beoordeling ontwikkeld waarmee op basis van biologische bodemparameters snel, betaalbaar en betrouwbaar de actuele ecologische risico’s van bodemverontreiniging vastgesteld konden worden. Het project werd uitgevoerd op voormalige vuilstortplaatsen in de vier noordelijke provincies. Het project werd uitgevoerd door Blgg en NMI, en gefinancierd door SKB en de provincies Fryslân, Groningen, Drenthe en Overijssel.
[button link=”http://www.lios.nl/Inzet-van-biologische-parameters-bij-de-prioritering-van-bodemsanering:-de-beleidsmatige-plus.” color=”green” size=”small” target=”_self” animation_type=”0″ animation_direction=”down” animation_speed=””]Bekijk project[/button]
[separator top=”20″ style=”single”]
De ontwikkeling van een indicator voor het bodemleven en de bodemkwaliteit van akkergronden op basis van overige aaltjes
Binnen dit project werd een methode ontwikkeld die het mogelijk maakt om de aaltjesfauna te gebruiken als een indicator voor de bodem, en dan met name voor de functionele biodiversiteit als onderdeel van verantwoord bodemgebruik. Hiervoor werd in samenwerking met de WUR een meetmethode ontwikkeld op basis van PCR, waarmee het DNA van de doelaaltjes (roofaaltjes) werden gemeten. De methode werd getest op praktijkmonsters en bleek goed te werken. Dit maakte het mogelijk om de schadelijke aaltjes voor de akker- en tuinbouw en roofaaltjes in dezelfde suspensie te tellen. Om de indicator te kunnen gebruiken moest deze op de een of andere manier iets zeggen over het bodemleven (biodiversiteit) en bodemkwaliteit. Binnen het project werd gepoogd om deze kennis te verzamelen uit afgeronde projecten waarin de aaltjesfauna was onderzocht. Deze werkzaamheden werden uitgevoerd in nauwe samenwerking met het Louis Bolk Instituut in Driebergen. Voor het project werd vanuit het Aaltjesactieplan een aanvullende financiering ontvangen.
[button link=”http://www.lios.nl/De-ontwikkeling-van-een-indicator-voor-het-bodemleven-en-de-bodemkwaliteit-van-akkergronden-op-basis-van-overige-aaltjes.” color=”green” size=”small” target=”_self” animation_type=”0″ animation_direction=”down” animation_speed=””]Bekijk project[/button]
[separator top=”20″ style=”single”]